Rechtbank Amsterdam Een rij-instructeur die via WhatsApp toenadering zocht tot vrouwelijke leerlingen kon niet op staande voet worden ontslagen, omdat zijn berichten niet seksueel of intimiderend waren. Wel vormde zijn gedrag een ‘verwijtbaar handelen’ op grond waarvan de arbeidsovereenkomst werd ontbonden.
Een rij-instructeur in loondienst zocht herhaaldelijk toenadering tot vrouwelijke leerlingen via WhatsApp. Vast kwam te staan dat er geen sprake was van seksueel getinte of intimiderende berichten. Na een aantal klachten van leerlingen kreeg de man een waarschuwing. Desondanks bleef hij toenadering zoeken tot leerlingen. Voor het overige was sprake van een goed functionerende werknemer. De werkgever ontsloeg de man op staande voet omdat hij ondanks de gegeven waarschuwing seksuele toenadering zou blijven zoeken tot en avances bleef maken naar vrouwelijke leerlingen. De werkgever kon echter niet aantonen dat sprake was van dergelijke ernstige berichten. Ook diende de werkgever een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in vanwege verwijtbaar handelen van de man. De man vocht beide ontslagredenen aan. De rechtbank achtte het gedrag van de man niet zodanig ernstig dat sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Maar zijn gedrag leverde wel een verwijtbaar handelen op dat inwilliging van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde.
Bron: Rechtbank Amsterdam, 31 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7391