Rechtbank Den Haag: de inspecteur had onzorgvuldig gehandeld door de opgelegde naheffingsaanslag btw onvoldoende te onderbouwen . in dit geval volstaat een forfaitaire proceskostenvergoeding niet. Er bestaat recht op een vergoeding van de volledige kosten in bezwaar.
Het ging hier om een bv waaraan een btw-naheffing werd opgelegd die uiteindelijk in bezwaar werd vernietigd. De inspecteur kende alleen de gebruikelijke, forfaitaire, proceskostenvergoeding toe. Volgens de bv had de inspecteur onzorgvuldig gehandeld bij het opleggen van de aanslag. En meende daardoor recht te hebben op vergoeding van alle gemaakt kosten. Rechtbank Den Haag gaf de bv gelijk. De naheffingsaanslag voor de btw was onvoldoende onderbouwd. De toegekende proceskostenvergoeding werd verhoogd van € 310 naar € 2.170,50. Het ging hierbij om de tot het indienen van het bezwaarschrift gemaakt kosten. Voor het beroep kreeg de bv alleen de gebruikelijke vergoeding, omdat er voor de beroepsfase geen sprake was van ernstig onzorgvuldig handelen door de inspecteur. De rechtbank paste hierbij de wegingsfactor voor ‘lichte ’zaak toe (o,5) omdat de procedure alleen betrekking had op de kostenvergoeding in de bezwaarfase. Ook het betaalde griffierecht werd vergoed.
Bron: Rechtbank Den Haag, 8 oktober 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:16827