Nieuws

Afscheidsbonus personeel van verkochte deelnemingen aftrekbaar.

Hoge Raad: Er is geen sprake van onder de deelnemingsvrijstelling vallende (niet-aftrekbare) kosten als de uitgaven niet nodig of nuttig zijn voor de verkoop van de deelneming. De betaling van de bonussen was bovendien pas mogelijk ná de verkoop.

Een bv verkocht haar aandelen in drie dochtervennootschappen aan een derde. Zij gaf het voltallige personeel van de voormalige dochters afscheidsbonussen in verband met de verkoop. De inspecteur stelde dat de betaalde afscheidsbonussen ten onrechte van de winst waren afgetrokken. Rechtbank Gelderland volgde het standpunt van de inspecteur dat sprake was van niet-aftrekbare kosten bij de verkoop van een deelneming. De Hoge Raad acht de bonussen echter wel aftrekbaar, omdat deze alleen binnen de deelnemingsvrijstelling vallen en dus niet aftrekbaar zijn als er een rechtstreeks verband bestaat met de verkoop van de dochtervennootschappen. In dit geval was het betalen van de afscheidsbonussen niet noodzakelijk of nuttig voor de verkoop van de dochters, waardoor een oorzakelijk verband ontbrak. De betaling was een gevolg van de verkoop van de dochters, omdat de afscheidsbonussen konden worden betaald uit de verkoopopbrengst. De Hoge Raad doet zelf de zaak af en laat een bedrag van € 1.371.534 aan aftrekbonussen in aftrek toe.

Bron: Hoge Raad, 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1793

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email