Nieuws

Banklening kan meetellen als excessieve schuld aan eigen bv

De Kennisgroep ‘Aanmerkelijk belang van de Belastingdienst heeft het standpunt ingenomen dat een schuld van een dga aan een bank onder het schuldenbegrip van de Wet excessief lenen valt, als de bankschuld wordt gebruikt voor schuldaflossing op de excessieve schuld aan de eigen bv en ten gunste van de bank een hypotheekrecht is gevestigd op vastgoed van de bv.

Een man was enig aandeelhouder van een bv. Hij had in 2023 in totaal € 900.000 geleend van de bv. Dit is €200.000 hoger dan het maximumbedrag van € 700.000 zoals bepaald in de excessief -lenen-regeling (wettekst 2023). X was voornemens om € 200.000 te lenen bij een bank en dit vóór 31 december 2023 te gebruiken voor aflossing van zijn schulden aan de bv. De bv zou de door aflossing verkregen gelden aanwenden om te investeren in onroerend goed. Ter zake van de lening die X aanging bij de bank, eiste de bank een recht van hypotheek op het onroerend goed dat de bv verwierf. De vraag aan de Kennisgroep is of de schuld die de man is aangegaan bij de bank, meetelt voor excessieve schuldpositie. De Kennisgroep beantwoordt de vraag bevestigend. Een schuld die de dga onder deze omstandigheden aangaat bij de bank, wordt aangemerkt als ‘een schuld die de dga rechtens dan wel in feite direct of indirect heeft bij de bv’ als bedoeld in de excessief -lenen-regeling. Zonder het vestigen van een recht van hypotheek op de door de bv aangeschafte onroerende zaak, verkrijgt de dga geen lening van de bank. Op 31 december 2023 zou sprake zijn van een fictief regulier voordeel van € 200.000.

Bron: Belastingdienst, 3 april 2024

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email