De Belastingdienst heeft per 1januari 2025 het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid opgeheven. Dit betekent dat bij vaststelling van schijnzelfstandigheid direct naheffingen en correctieverplichtingen kunnen worden opgelegd, zonder voorafgaande waarschuwing.
In de beantwoording van Kamervragen heeft staatssecretaris Van Oostenbruggen toegelicht hoe de handhaving zich in 2025 en 2026 zal ontwikkelen. De Belastingdienst richt zich in eerste instantie op risicogerichte bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken. Opdrachtgevers die gebruikmaken van zelfstandigen lopen daarbij het risico dat hun arbeidsrelaties worden herbeoordeeld. Tot eind 2024 kon de Belastingdienst alleen naheffen als sprake was van kwaadwillendheid of als een eerder opgelegde aanwijzing niet was opgevolgd. Met de nieuwe aanpak kunnen correcties en naheffingen direct worden opgelegd bij vaststelling van schijnzelfstandigheid. Wel geldt er in 2025 nog een zachte landing, waarbij geen boetes worden opgelegd. Vanaf 2026 worden ook boetes weer onderdeel van de handhaving. Een belangrijke wijziging is dat de Belastingdienst vanaf 6 september 2024 geen nieuwe aanvragen of verlengingen van modelovereenkomsten meer accepteert. Lopende modelovereenkomsten blijven echter geldig tot eind 2029. Dit geeft opdrachtgevers en zelfstandigen enige zekerheid over bestaande afspraken. Deze aangescherpte handhaving betekent dat opdrachtgevers beter moeten beoordelen of zzp’ers binnen hun Organisatie écht zelfstandig werken. Schijnzelfstandigheid kan immers leiden tot forse fiscale correcties. Bedrijven wordt aangeraden hun overeenkomsten en werkwijzen kritisch tegen het licht te houden om verrassingen te voorkomen.
Bron: Ministerie van Financiën. 3 februari 2025, nr. 2025-0000031327