Nieuws

Concurrentiebeding vereist verzwaarde motivering.

Rechtbank midden- Nederland; en concurrentiebeding in een arbeidscontract voor bepaalde tijd is niet rechtsgeldig, tenzij specifiek is beschreven waarom bedrijfsbelangen van werkgever een dergelijk beding rechtvaardigen.

Een vrouw was op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden van de rechtsvoorganger van een bv in de functie van salesmanager. De dienstbetrekking is bij arbeidsovereenkomst door de bv verlengd. In de arbeidsovereenkomst was een concurrentiebeding opgenomen. Daarin stond dat werkneemster gedurende 1 jaar na einde arbeidscontract geen vergelijkbare werkzaamheden mocht verrichten vanwege de concurrentiegevoelige informatie over de werkgever waarover zij als werknemer beschikte. De vrouw zegde haar arbeidsovereenkomst met de bv op en trad in dienst bij een ander bedrijf. De bv wees de vrouw op het concurrentiebeding. De vrouw vorderde schorsing van het concurrentiebeding. De rechtbank overweegt dat een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, tenzij er voor de werknemer kenbare zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn. De zwaarwegende bedrijfsbelangen moeten duidelijk omschreven zijn, zodat het de werknemer duidelijk is waarom deze belangen de werkgever tot een uitzondering op het hoofdregel dwingen. Een enkele algemene omschrijving van het belang van de werkgever is dus onvoldoende; er geldt een zware toets aangezien een concurrentiebeding in overeenkomst voor bepaalde tijd in de hoofdregel niet rechtsgeldig is. Het concurrentiebeding vermeldde niet welk specifiek door de vrouw te verwerven bedrijfsinformatie, kennis en ervaring het betrof, waarmee zij het bedrijfsdebiet van de bv daadwerkelijk een gevaar zou kunnen brengen, zodat het daarop gerichte beding absoluut noodzakelijk is. Daarnaast is het normaal dat een werknemer kennis van de vorige werkgever meeneemt naar de volgende werknemer. Daarmee is nog niet gegeven dat het bedrijfsdebiet van werkgever in gevaar komt. De vrouw mocht niet aan het concurrentiebeding gehouden worden.

Bron: Rechtbank Midden-Nederland Den Haag, 20 juli 2022, ECLI:NLRBDHA:2022:7817.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email