Rechtbank Den Haag: Een ontslag op staande voet vanwege door een bejaarde werknemer veroorzaakte en niet-gemelde schade aan een klant is te zwaar en dus niet rechtsgeldig als dit voor werknemer ernstige gevolgen heeft.
De werkgever had een eenmanszaak met als activiteiten de handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. Bij de werkgever waren vier medewerkers werkzaam. Een man, geboren 1956, was in dienst getreden in de functie van automonteur op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Motorvoertuigen van toepassing. Tijdens het verrichten van een kleine onderhoudsbeurt met technische controle door de man aan een auto is schade aan de modderplaat van de auto ontstaan. De man probeerde de schade dicht te kitten. Hij kitte echter zonder dat te beseffen het stuurhuis van de auto dicht, waardoor schade aan de stuurinrichting van de auto optrad. De werkgever ontdekte de schade waarna de man aanbood de schade te vergoeden. De werkgever gaf aan dat hij zou worden ontslagen. Na de schadecalculatie door de verzekeraar werd de man op staande voet ontslagen. Daar was de man het niet mee eens. De kantonrechter acht goed voorstelbaar dat de man het door de werkgever in hem gestelde vertrouwen had beschaamd door de schade niet zelf te melden. De arbeidsrechtelijke maatregel van ontslag op staande voet is naar het oordeel van de kantonrechter te zwaar, mede gezien de ernstige gevolgen voor de werknemer: geen loon en geen aanspraak op enige socialezekerheidsuitkering. De werknemer was 65 jaar en ging bijna met pensioen. Het ontslag op staande voet hield daarom geen stand.
Bron Rechtbank Den Haag. 20 juli 2022. Ecu:NL:RBDHA:2022:7817 #16 – 25 augustus 2022 7