Hof Arnhem-Leeuwarden: De langer dan S jaar bij een vrouw zonder samenlevingsovereenkomst inwonende en ingeschreven broer is haar partner in de zin van de Successiewet, ook al was hij gedurende die 5 jaar niet haar enige partner.
Een vrouw overleed in 2019. De vrouw had als enig erfgenaam haar broer. Vanaf medio 1969 stonden de broer, de vrouw en haar echtgenoot op hetzelfde adres ingeschreven. Het huwelijk tussen de vrouw en haar echtgenoot werd ontbonden door het overlijden van de echtgenoot in 2017. De vrouw en de broer bleven met elkaar samenwonen. Zij hadden geen notarieel samenlevingscontract met elkaar gesloten. In de aangifte erfbelasting deed de broer een beroep op de partnervrijstelling, hetgeen de inspecteur weigerde. In geschil was of de broer kwalificeert als partner in de zin van de Successiewet. Specifiek in geschil was of het ontbreken van een notarieel samenlevingscontract in de weg staat aan de partnervrijstelling, aangezien die voorwaarde niet geldt voor personen die tot het tijdstip van het overlijden gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren staan ingeschreven op hetzelfde woonadres. De rechtbank was van oordeel dat de broer niet kwalificeerde als partner, omdat de vijfjaarstermijn pas begon te lopen vanaf het moment van overlijden van de echtgenoot. Het Hof is het echter niet met inspecteur en rechtbank eens. Uit de wets(geschiedenis) volgt namelijk niet dat er een koppeling is tussen de regel dat je maar één partner kunt hebben en de regel dat je bij een samenwoning van onafgebroken vijf jaar geen samenlevingscontract hoeft te hebben om partner te zijn. Dit betekent dat de vijfjaarstermijn volgens de wet niet pas aanvangt bij het overlijden van de echtgenoot.
Bron Hof Arnhem-Leeuwarden, 12 juli 2022. ECL!:NL:GHARL2022:5910