Hof Den Haag: Door een schriftelijke arbeidsovereenkomst en inschrijving als bestuurder in het Handelsregister slaagt een dga niet in het bewijs dat hij alleen maar administratieve werkzaamheden verricht voor zijn bv. De gebruikelijkloonregeling is van toepassing.
Een dga was sinds 17 maart 2017 bestuurder en enig aandeelhouder van een uitzendbureau. Op 27 maart 2017 had de dga een schriftelijke arbeidsovereenkomst getekend, waarin een salaris was opgenomen van €4.000 bruto per maand. De dga had voor 2017 en 2018 loon aangegeven dat onder het normbedrag van € 45.000 lag. In 2019 was de bv ontbonden. De Belastingdienst legde navorderingsaanslagen IB en Zvw 2017 en 2018 op. Bij Hof Den Haag is in geschil of de bedragen die de inspecteur in aanmerking had genomen als gebruikelijk loon in 2017 en 2018 terecht waren. Het Hof stelt vast dat de dga onder de gebruikelijkloonregeling valt. De dga voerde aan dat hij slechts eenvoudige administratieve werkzaamheden verrichtte, maar uit de arbeidsovereenkomst en Handelsregister bleek dat hij directeur was. Ook maakte de dga niet aannemelijk dat uitbetaling van het gebruikelijk loon de continuïteit van de vennootschap in gevaar zou brengen. In 2016 was een verlies geleden, maar vervolgens was sprake van positieve resultaten in 2017 en 2018. Daarom was volgens het Hof geen sprake van een structurele verliessituatie. Dat door uitbetaling van een gebruikelijk loon een verlies ontstond was nog geen reden om het gebruikelijk loon naar beneden bij te stellen.
Bron: Hof Den Haag, 24 januari 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:140