Rechtbank Zeeland-West-Brabant: Er is alleen sprake van een (verkapte) winstuitdeling als de dga bewust is bevoordeeld door zijn bv, en hij zich ook bewust was van deze bevoordeling (wederzijdse bewustheid).
Een dga verkocht in februari 2016 zijn woning aan zijn bv voor € 513.000. De woning was volgens de verkoopovereenkomst slecht onderhouden, en was tijdelijk onder bestuursdwang gesloten. Zijn ex- echtgenote wilde de woning wel kopen van de bv. Uit een keuring van de woning bleek dat er asbest aanwezig was. De taxateur van de bv schatte de kosten voor asbestverwijdering en herstel van achterstallig onderhoud op in totaal € 57.000. De waarde van de woning schatte hij op € 372.000. Op 6 november 2016 kwamen de bv en de ex-echtgenote een verkoopprijs van € 325.000 overeen. De Belastingdienst concludeerde in 2019 dat de dga een verkapte winstuitdeling had ontvangen omdat de bv € 513.000 had betaald voor een woning die, volgens de taxateur van de Belastingdienst, slechts € 375.000 waard was. Rechtbank Zeeland-West-Brabant achtte het niet aannemelijk dat de woning binnen een jaar in waarde was gedaald naar € 372.000. De dga had echter wel succes met zijn stelling dat hij zich niet bewust was geweest van een eventuele bevoordeling. Volgens hem was er voor de koopprijs aangesloten bij de WOZ-waarde op de waardepeildatum 1januari 2014, die was vastgesteld in 2015. Deze WOZ-waarde bedroeg € 492.000, en zou moeten overeenkomen met de waarde van de woning in het economische verkeer. Hij had tegen de WOZ-beschikking geen bezwaar gemaakt omdat hij dit als de marktwaarde zag. Bovendien zouden WOZ-waarden in het algemeen eerder te laag dan te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank vernietigde de opgelegde navorderingsaanslag.
Bron: Rechtbank Zeeland -West-Brabant, 6 mei 2024, EcLl:NL:RBzwB:2024:2949