Hof Den Bosch: Als een overeenkomst tot in detail regelt waaraan een van de partijen zich moet houden is in principe sprake van een gezagsverhouding en dus mogelijk een dienstbetrekking.
Een professionele mountainbiker had gedurende jaren achtereen gefietst voor een team. Op 29 november 2012 had de man een wielercontract en een sponsorcontract afgesloten met een GmbH. Deze overeenkomsten gingen in op 1 januari 2013 en golden na verlenging tot en met 31 december 2015. In 2015 bestond het team waarvoor de mountainbiker fietste uit zes andere mountainbikers. In 2016 fietste de man voor een ander team. Eind 2016 eindigde hij zijn carrière als professioneel mountainbiker. De mountainbiker stelde dat het inkomen uit zijn mountainbike-activiteiten in 2015 resultaat uit overige werkzaamheden vormde. De Belastingdienst en rechtbank Zeeland-West-Brabant meenden dat het inkomen loon uit dienstbetrekking is. Ook Hof Den Bosch komt tot dit oordeel. Vaststaat dat de man zich had verplicht persoonlijk arbeid te verrichten voor de GmbH. De GmbH was verplicht de man daarvoor een vergoeding te geven. Daarnaast was in de overeenkomsten tot in detail geregeld waaraan de man zich moest houden. Daarmee hield de overeenkomst een gezagsverhouding in. De man wierp nog tegen dat mountainbiken geen teamsport is. Ook bemoeide de GmbH zich niet met zijn voeding en zijn trainingsschema. Het hof constateert echter dat de GmbH nog steeds bepaalt aan welke wedstrijden de man deelneemt, welke kleding hij daarbij draagt, welke fiets hij gebruikt en wanneer hij moet aantreden voor promotieactiviteiten. Dat de man alleen naar de promotieactiviteiten hoeft te gaan als dat past in zijn trainings- en wedstrijdschema, maakt dat niet anders. De man maakt daarom niet aannemelijk dat feitelijk gezien een gezagsverhouding ontbreekt.
Bron: Hof Den Bosch, 5 juli 2023. ECLI:NL:GHSHE:2023:2201