Hoge Raad: Een wijziging van omstandigheden, die tijdens het opstellen van het testament onvoorzien was, kan invloed hebben op de uitleg van het testament.
Volgens het testament van een erflater erfde zijn broer als enig erfgenaam. Na het opstellen van het testament was erflater getrouwd en vader geworden van kinderen. Erflater had een concepttestament op laten stellen, waarin hij zijn echtgenote en hun eventuele kinderen had aangewezen als erfgenaam, maar dit concept was nooit definitief gemaakt. Voor de Hoge Raad klaagden de weduwe en haar kinderen over het oordeel van het Hof dat feiten en omstandigheden van na het maken van het testament alleen meewegen bij de uitleg als de erflater daarop bij het maken van zijn testament is vooruitgelopen. Daarbij werd tevens erop gewezen dat tijdens het maken van het testament de erflater niet verwachtte nog te trouwen of kinderen te krijgen. Het Hof had onvoldoende aandacht besteed aan niet-voorziene wijzigingen in de huwelijks-en gezinssituatie van de erflater. De Hoge Raad overwoog dat feiten en omstandigheden van na het opmaken van het testament relevant kunnen zijn, omdat daaraan bewijs te ontlenen is van omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Indien zich na het opmaken van het testament mutaties voordoen, waardoor de feitelijke verhoudingen niet aansluiten bij wat de erflater wilde regelen, mag men ervan uitgaan dat het testament alleen geldt voor de oude situatie. Daarvoor is niet vereist dat de erflater in het testament hierop is vooruitgelopen. Het Hof mocht niet zomaar constateren dat in het testament niet staat dat de broer geen erfgenaam is als de erflater hertrouwt en kinderen krijgt. Daarom verwijst de Hoge Raad de zaak naar Hof Den Bosch voor verdere afhandeling.
Bron: Hoge Raad. 10 november 2023, EcLI:NL:HR:2023:1531