Nieuws

Managementovereenkomst was geen arbeidsovereenkomst

Hof Den Bosch: Directeuren die op grond van een managementovereenkomst tussen hun holding en een bv werkzaamheden verrichten, waren in beginsel niet in dienstbetrekking bij de bv.

Een werk-bv hield zich bezig met het ontwikkelen, verkopen, leveren, onderhouden en exploiteren van systeem- en gebruikerssoftware, hardware- en softwareapplicaties. Ongeveer elf personen werkten bij de werk-bv. Op 8 en 9 oktober 2008 sloot de werk-bv managementovereenkomsten met twee persoonlijke holdings van twee dga’s. Deze twee holdings hadden ieder 24% aandelenbelang in de werk-bv. Deze managementovereenkomsten bepaalden dat de holdings de opdracht kregen om samen de dagelijkse leiding van de werk-bv uit te oefenen. De partijen gaven uitdrukkelijk aan dat de overeenkomsten geen arbeidsovereenkomsten zijn. Toch merkte de fiscus de dga’s van de holdings aan als werknemers van de werk-bv voor de loonheffingen. De inspecteur wees daarbij erop dat de dga’s de enige werknemers waren van hun persoonlijke holdings. Het geschil belandde uiteindelijk voor Hof Den Bosch. Het Hof redeneert als volgt. De werkzaamheden van de dga’s voor de werk-bv waren gebaseerd op hun arbeidsovereenkomsten met de holdings en de managementovereenkomst tussen de werk-bv en de holdings. De dga’s hadden zich niet tegenover de werk-bv verplicht om persoonlijk werkzaamheden te verrichten. Dit bleek ook uit het feit dat de dga’s elkaar soms over en weer vervingen. Het was ook de managementovereenkomst, op basis waarvan de bv verplicht was een managementvergoeding te betalen. De Belastingdienst maakte evenmin aannemelijk dat de algemene vergadering van de werk-bv toezicht hield op de dga’s. Al met al was niet voldaan aan de voorwaarden van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Volgens het Hof was evenmin sprake van een fictieve dienstbetrekking.

Bron: Hof Den Bosch, 13 december 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:4168

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email