Rechtbank Noord-Holland heeft beslist dat bij ernstige administratieve gebreken – zoals geen kasadministratie en geen urenregistratie – de bewijslast kan worden omgekeerd en verzwaard. Hierdoor moet de werkgever overtuigend aantonen dat de naheffingsaanslag te hoog is.
Een BV, actief in de particuliere beveiliging en als uitzendbureau, had een kas zonder vastgelegde transacties en geen sluitende urenstaten voor het flexibele personeel. Naar aanleiding van een boekenonderzoek constateerde de Belastingdienst grote verschillen tussen verloonde en gefactureerde uren. Voor de jaren 2016-2018 en 2021 volgden naheffingsaanslagen loonheffingen van respectievelijk € 181.946 en € 97.631, plus vergrijp – en betaalverzuimboeten. De rechter oordeelde dat door de structurele en substantiële correcties – die in ieder tijdvak terugkeren – de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De BV moet dus bewijzen dat de aanslagen te hoog zijn. Vanwege de gebrekkige kasadministratie en ontbrekende urenregistraties kan de eigen administratie niet dienen als grondslag voor de loonheffingen. De Belastingdienst had een redelijke schatting gemaakt van de ‘zwart’ uitbetaalde lonen. De betaalverzuimboete werd passend en geboden verklaard, omdat de BV minder loonheffing had afgedragen dan was ingehouden. Wel werd de eerste naheffingsaanslag verlaagd naar € 176.232 vanwege een lagere correctie op het gebruikelijk loon. Ook de vergrijpboete van € 10.401 – gebaseerd op grove schuld (ernstige nalatigheid) – bleef in stand, maar werd gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het bezwaar tegen de tweede aanslag (2021) was aanvankelijk niet-ontvankelijk verklaard, maar de rechtbank achtte dat onterecht. Desondanks stond vast dat de aanslag niet te hoog was, zodat deze overeind bleef.
Bron: Rechtbank Noord-Nederland, 19 december 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:13861