Rechtbank Limburg: Het op de werkvloer in bijzijn van collega’s naar beneden trekken van een broek van een collega is een grensoverschrijdend incident en daarmee een dringende reden voor ontslag op staande voet.
Een man was werkzaam als productiemedewerker en ging tijdens werktijd achter een vrouwelijke collega staan om vervolgens haar broek naar beneden te trekken. De collega kwam in haar blote billen te staan in het bijzijn van haar collega’s. Kort daarna bood de man zijn excuses aan voor deze slechte grap. Na een gesprek met de werkgever werd de man op staande voet ontslagen op grond van een dringende reden. De man betwistte het ontslag. In geschil was of sprake was van een geldig ontslag op staande voet. De man stelde zich op het standpunt dat deze ruwe vorm van humor gebruikelijk was op de werkvloer en dat eerder ook een vrouwelijke collega een broek van een mannelijke collega bij wijze van grap naar beneden had getrokken. Dit geval was nooit eerder gemeld bij de werkgever. In het bedrijfsreglement van werkgever, tijdens een bedrijfstraining en op borden op de werkplaats wordt herhaaldelijk gewezen op het verbod op onwenselijk gedrag op de werkvloer. De rechtbank oordeelt dat voldoende door de werkgever was aangetoond dat men elkaar op de werkvloer met respect dient te bejegenen. Het naar beneden trekken van een broek te midden van collega’s was dermate vernederend, dat de collega daarvan nog lang de gevolgen zou voelen. Gezien de diversiteit van het personeel met 50 verschillende culturen dient duidelijk gemaakt te worden dat dit gedrag niet aanvaardbaar is, los van de beleving van de collega zelf. Daarom is ontslag op staande voet passend en geboden.
Bron: Rechtbank Limburg, 16 februari 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:1230