Rechtbank Zeeland-West-Brabant: Door na aangesproken te zijn op grensoverschrijdend gedrag het kluisje van de geïntimideerde collega te vernielen, is sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
Een man was in loondienst als autopoetser en na te zijn gevraagd op zijn woorden richting een vrouwelijke collega te letten, maakte de man weer seksueel intimiderende opmerkingen richting haar. De werkgever sprak hierover met de man, waarbij de man de aantijgingen ontkende. Wel erkende hij dat hij richting de vrouw een seksueel geluid had gemaakt. De werkgever gaf aan zich te beraden over de te nemen vervolgstappen. Er vond een vervolggesprek plaats op het hoofdkantoor, waarbij de echtgenote van de man aanwezig was. De werkgever hield de man twee opties voor: ofwel een vaststellingsovereenkomst ofwel een gerechtelijke procedure. Na dit gesprek reed de man naar de werkvloer en sloeg hij met zijn vuisten tegen het kluisje van de vrouw, waardoor er flinke schade ontstond aan het kluisje. Daarop werd de man op staande voet ontslagen. De man was het niet eens met dit ontslag, omdat het maken van seksueel getinte grappen binnen de cultuur op de werkvloer paste en het hele team bijdroeg aan dit soort grappen. De kluisjes waren niet echt beschadigd en slechts in een opwelling met de vuisten bewerkt, omdat hij alleen voor het gedrag van het hele team was aangesproken. De kantonrechter oordeelt dat gelet op alle omstandigheden het ontslag op staande voet terecht was. De man had nooit naar de werkvloer mogen rijden en daar de kluisjes van specifiek de vrouw te vernielen. Door specifiek haar kluisje te beschadigen werd dit terecht door haar als intimiderend en onveilig ervaren.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 juli 2022. ECLI:NL:RBZWB:2022:4417