hof Den Bosch: Een opdrachtgever die veel voorbereidende werkzaamheden verricht en het contact met de afnemer onderhoudt, is nog geen werkgever.
De activiteiten van een bv bestonden uit het verwerken en bewerken van hout en de productie van samengestelde houten constructies. Zij besteedde het plaatsen van tuinhuisjes en overkappingen uit aan vier buitenlandse timmerlieden. Deze timmerlieden waren sinds de start van de werkzaamheden bij de bv ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en zij hadden een btw-identificatienummer. De bv en de timmerlieden hadden geen schriftelijke overeenkomsten gesloten. De bv beschikte niet over een E101 Al-verklaring voor de timmerlieden. De timmerlieden beschikten niet over een verklaring arbeidsrelatie (VAR). In een controle loonheffingen bij de bv kwamen nog meer omstandigheden naar voren. Daardoor meende de Belastingdienst dat de timmerlieden in een privaatrechtelijke of fictieve dienstbetrekking werkzaam waren bij de bv. De bv kreeg vervolgens een naheffingsaanslag loonheffingen van € 310.668. Zij ging daartegen in beroep. De kern van het geschil bestaat uit de vraag of een gezagsverhouding bestond tussen de bv en de timmerlieden. Hof Den Bosch merkte op werkzaamheden die de bv verrichtte (zekerstellen constante werkstroom, klaarzetten materialen, offertes maken, communicatie verzorgen, eindverantwoordelijkheid dragen) wezen op een gezagsverhouding. Er waren echter ook omstandigheden die wezen op het ontbreken van een gezagsverhouding: betaling timmerlieden per tuinhuisje/overkapping, reizen met eigen vervoer, eigen kleding/schoeisel, eigen gereedschap, geen presentatie als werknemers van de bv, geen bedrijfsuitjes, geen bedrijfstrainingen, geen functioneringsgesprekken, geen doorbetaling bij en bij klachten voor eigen rekening probleem oplossen. Het Hof vond de omstandigheden die wezen op het ontbreken van een gezagsverhouding het zwaarst wegen en verklaarde het beroep van de bv gegrond.
Bron: Hof Den Bosch, 19 juni 2024,ECLI:NL:GHSHE:2024:2002