Hof Den Bosch: In afwijking van de wet wordt rechtsherstel geboden aan de eigenaar van een tweede woning, die geen rendement heeft gerealiseerd.
Een vrouw woonde in Duitsland, maar beschikte daarnaast over een tweede woning in Nederland. De Belastingdienst nam deze woning mee bij het berekenen van het box 3-inkomen over 2017 en 2018. De inspecteur berekende dit inkomen voor 2017 en 2018 op € 8.454 respectievelijk € 7.014. Onder de Wet rechtsherstel box 3 zouden deze inkomens € 11.426 (2017) en € 10.760 (2018) bedragen. De inspecteur wilde daarom de vrouw geen compensatie bieden, maar het Hof oordeelt dat de vrouw recht heeft op compensatie. Bij het berekenen van de compensatie in het kader van rechtsherstel op basis van het Kerstarrest moet men namelijk in principe aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement. De vrouw verhuurde echter de woning in Nederland niet, waardoor zij geen inkomen daaruit realiseerde. Het Hof gaat voorbij aan de vraag of sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, omdat een ongerealiseerde waardestijging niet tot het werkelijke rendement behoort. Het Hof oordeelt vervolgens dat de vrouw recht heeft op rechtsherstel, hetgeen in haar geval neerkomt op vernietiging van de navorderingsaanslagen.
Bron: Hot Den Bosch, 22 maart 2023, EcLI:NL:GHSHE:2023:945