Kennisgroepstandpunt: Fiscaal partners kunnen terugkomen op een gekozen onderlinge verhouding van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen in een spontane aangifte van een partner die nog geen aangifte heeft ingediend en dat alsnog binnen 5 jaar na het betreffende jaar doet.
Een man en vrouw waren elkaars fiscaal partners en deelden voor de aangifte IB 2022 de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen volledig toe aan de man en een klein deel van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen aan de vrouw. Omdat de man op basis van deze toedeling geen belasting was verschuldigd, deed hij geen aangifte en de vrouw alleen voor zichzelf. De man was niet uitgenodigd tot het doen van een aangifte. Ook aan de vrouw werd geen aanslag opgelegd. Naar aanleiding van haar aangifte ontving zij een belastingaanslag. Deze kwam later onherroepelijk vast te staan. Vervolgens kwamen de man en de vrouw erachter dat de verdeling van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen niet gunstig was. Via de online aangiftevoorziening vulden ze gezamenlijk een aangepaste aangifte IB 2022 in en wijzigden daarbij de onderlinge verhouding, zodat die voor hen het meest gunstig was. Hiermee deed de man alsnog aangifte. Voor de vrouw was het een verzoek om ambtshalve vermindering. Aan de kennisgroep is de vraag gesteld of fiscaal partners kunnen terugkomen op de gekozen onderlinge verhouding, indien een van beide partners geen aangifte heeft ingediend en bij diegene ook geen definitieve aanslag is vastgesteld en zo ja, tot welk moment. De kennisgroep heeft deze vraag bevestigend beantwoord, voor zover het gaat om een belastingjaar waarvoor nog binnen vijf jaar na afloop van het kalenderjaar een niet-verplichte (spontane) aangifte wordt ingediend.
Bron: Belastingdienst, 4 juni 2024. nr. KG:202:2024:21